Controleer altijd je lamelparket vloer bij ontvangst

De vloerdelen worden kant-en-klaar geleverd. Controleer bij ontvangst altijd of je het juiste aantal en de juiste kleur hebt ontvangen. Omdat gebreken na de installatie niet gereclameerd kunnen worden, moet elke plank voor en tijdens het plaatsen gecontroleerd worden. Open de pakketten en controleer de vloerdelen op beschadigingen voordat ze worden geplaatst. Als een vloerdeel defect is, plaats hem dan niet maar bewaar hem voor eventueel later gebruik, bijvoorbeeld voor de laatste rij. Houd rekening met 2-4% verzaging.

Acclimatiseren

Voordat een Beautifloor Boston vloer wordt gelegd moet het lamelparket 48 uur in de betreffende ruimte acclimatiseren, bij een temperatuur tussen 18 en 22° C en een relatieve luchtvochtigheid van circa 55%. Laat de vloerdelen hiervoor in hun dampdoorlatende verpakking en leg ze plat op de grond. Na het acclimatiseren kunnen de vloerdelen uitgepakt en verwerkt worden.

Plaatsing en ondergrond

De lamelparketdelen kunnen gemonteerd worden als een zogenaamde ‘zwevende vloer’, zonder aan de ondervloer te worden bevestigd. De ondergrond of basis moet droog, egaal en vast zijn, zoals beton, spaanplaten of kunststofvloeren. Het lamelparket is niet geschikt als zelfdragende vloer. Ook mag het niet geïnstalleerd worden in vochtige of natte ruimtes, zoals badkamers. Zorg ervoor dat de ondervloer voldoende droog is voordat je aan de slag gaat. We raden je aan om een professionele meting te laten doen. Om het gewenste restvochtpercentage te bereiken moet de ruimte zo nodig vooraf worden verwarmd en geventileerd.

Ondervloer

Op alle minerale ondervloeren, zoals beton, moet een dampdichte folie en isolerende onderlaag worden aangebracht, met een dikte van 0,2 mm. Deze moet een overlapping hebben van 20 cm en de naden moeten bij elkaar gehouden worden met plastic tape. Plaats op de dampdichte folie een ondervloer van softboard panelen of schuim om het loopgeluid te reduceren en de vloer te egaliseren. Wij adviseren (afhankelijk van de situatie) ondervloeren als Timbermate Excel, Heatfoil of Soundkiller.

Controleer het niveau van de ondervloer met een rechte liniaal of met een rechte vloerplaat. Uitsparingen of verhoogde secties in de ondervloer mogen niet meer dan 3 mm op 1.000 mm bedragen. Betonnen of lichte betonnen vloeren moeten indien nodig worden geëgaliseerd met een vloerafwerking op cementbasis. Spaanplaten moeten worden gecontroleerd op stevigheid en beveiligd indien noodzakelijk.

Luchtvochtigheid

De relatieve vochtigheid van de ruimte tijdens en na het leggen moet rond de 55% (+/- 5%) zijn en de temperatuur tussen de 18 en 22°C. Gaten of andere vervormingen van het parket veroorzaakt door te droge of natte klimatologische omstandigheden zijn geen reden voor een claim. Een houten vloer is gevoelig voor vocht. Zorg daarom voor voldoende ruimte tussen de vloer en de muren, zodat de vloer kan werken. In een woonkamer van gemiddelde grootte is een uitzettingsvoeg van 10 mm voldoende. Ga in grotere ruimtes uit van 1,5 mm voor elke meter vloerbreedte, gemeten over de planken (bij een 8 meter brede vloer: 8 x 1,5 mm = 12 mm). Houd dezelfde ruimte vrij rond overige obstakels, zoals leidingen, drempels etc. Neem voor nog grotere ruimtes (> 8 x 12 m) contact op met een professionele installateur.